| Bereiding |
Zeef bloem boven een kom en meng er een snufje zout en de vanillesuiker door.
Maak in het midden een kuiltje en doe de eieren en de dooier erin. Voeg al roerende beetje bij beetje de melk en 80 ml water toe en klop alles met een garde tot een glad beslag.
Laat het beslag in de koelkast minstens 1 uur rusten
Breng voor de saus in een pan het sinaasappelsap met het citroensap en de bruine suiker aan de kook en laat het geheel 8-10 minuten zachtjes koken tot de saus dikker begint te worden.
Zet apart.
Smelt 30 gr boter in de crêpe pan en roer door het beslag.
Laat de pan goed heet worden en verhit een klontje boter.
Schep met een juslepel zoveel beslag in de crêpe pan , dat de bodem net bedekt is.
Laat het beslag al draaiende over de panbodem uitvloeien.
Bak de onderkant van de crêpe goudbruin. Keer de vrêpe voorzichtig en bak de andere kant goudbruin.
Laat de crêpe op een bord glijden en bak er nog 7.
Schenk de saus in een wijde koekenpan en verwarm hem op een laag vuur.
Vouw de crêpes in vieren en wentel ze een voor een in de saus.
Leg ze op de borden.
Schenk de Grand Marnier in een grote soeplepel.
Houd een flam bij de drank om te flamberen.
Giet de brandende Grand Marnier over de crêpes en serveer meteen.
|