|
Verwarm de oven voor op 200 °C. Boen ondertussen de knolselderij schoon en snijd de wortelige onderkant eraf zodat je een platte kant hebt. De schil kun je laten zitten. Zet de knol met de platte kant op een met bakpapier beklede bakplaat en bestrijk met het bakkwastje met ⅓ van de olie. Bak in het midden van de oven in ca. 1 uur gaar.
Veeg ondertussen de champignons schoon met keukenpapier en snijd in plakjes. Halveer de prei in de lengte en snijd in stukjes van een ½ cm. Doe in een vergiet en was de prei. Verhit de rest van de olie in een hapjespan en bak de champignons samen met de prei 12 min. op middelhoog vuur. Schep regelmatig om. Verkruimel ondertussen de bouillontablet in het kokend water en roer goed tot hij is opgelost. Pel de knoflook en snijd fijn.
Voeg de knoflook en boter toe aan het champignon-preimengsel en laat de boter smelten. Voeg de bloem toe en bak al roerend 3 min. tot de bloem lichtbruin begint te kleuren. Voeg de hete bouillon en slagroom toe en laat op laag vuur al roerend nog 5 min koken.
Bereid de parelcouscous volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd de selderij fijn. Snijd het steeltje van de rode peper. Halveer de peper in de lengte en verwijder met een scherp mesje de zaadlijsten. Snijd het vruchtvlees fijn en meng samen met de selderij door de couscous.
Neem de knolselderij uit de oven en snijd in plakken van 1½ cm. Schep de champignon-roomsaus in een schaal en leg de knolselderij erop. Serveer met de parelcouscous.
|